Het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden heeft geoordeeld dat een werkgever de toekenning van een leaseauto aan een werknemer na 12 jaar mag stoppen. De leaseregeling van de werkgever is duidelijk over de voorwaarden voor toekenning van een leaseauto, en de werknemer voldoet niet meer aan die voorwaarden.
De zaak
De accountmanager heeft sinds 1 september 2004 een leaseauto. In de leaseregeling van de werkgever staat dat een leaseauto wordt toegekend als werknemers per jaar 15.000 of meer zakelijke kilometers rijden.
Sinds 2004 heeft de medewerker vier leaseauto’s gehad op basis van de leaseregeling. De afspraak is niet opgenomen in de arbeidsovereenkomst. In september 2016 meldt de werkgever dat de medewerker geen nieuwe leaseauto meer krijgt na afloop van het lopende leasecontract.
De reden: de accountmanager rijdt minder zakelijke kilometers door een verhuizing van het kantoor. Ook is de werknemer anders gaan werken waardoor zij minder kilometers rijdt. De werknemer is het er niet eens dat zij de auto moet inleveren.
“Ik heb in die 12 jaar wel vaker minder dan 15.000 km per jaar gereden, en is nooit wat van gezegd!”
De zaak komt voor de rechter. De Kantonrechter oordeelt dat de werkgever de toekenning van de leaseauto mag stoppen. De leaseregeling is namelijk duidelijk: 15.000 zakelijke kilometers per jaar rijden. En het staat vast dat de werknemer niet meer voldoet aan die kilometervoorwaarde.
De werknemer gaat in hoger beroep. Dat helpt de werknemer niet. Ook in hoger beroep krijgt de werkgever gelijk. Het Gerechtshof volgt het vonnis van de Kantonrechter en oordeelt ook nog dat de werknemer er niet op mocht vertrouwen dat de leaseauto een arbeidsvoorwaarde is geworden.
Het Gerechtshof: Ja, de werkgever hanteerde de leaseregeling soepel. Toch moet de accountmanager er rekening mee houden dat die soepelheid ook kan stoppen.
Ook het Gerechtshof vindt de voorwaarde in de leaseregeling duidelijk. Daarbij was de leaseauto echt bedoeld om zakelijke kilometers te maken voor de functie van accountmanager.
De werkgever heeft daarom een gegronde reden om te besluiten dat de toekenning van de leaseauto stopt.
Zeker ook omdat de werkgever het verlies van de leaseauto voor de werknemer deels compenseert. De werknemer mocht het leasecontract uitdienen, en daarna kreeg de werknemer ook nog 2½ jaar iedere maand een aflopende financiële compensatie. De hoogte van die vergoeding was gelijk aan het maandelijkse leasebedrag.
Een werknemer mag blij mag zijn met een soepele werkgever, maar moet er tegelijkertijd ook rekening mee houden dat die soepelheid kan stoppen.
Deze uitspraak toont het belang van duidelijke regelingen en afspraken.
Wat de inhoud van een bedrijfsregeling ook is, de regeling heeft pas waarde als de inhoud duidelijk is. Dan weten partijen waar ze aan toe zijn.
Loods.aanBoord®
Bron: uitspraak Gerechtshof Arnhem Leeuwarden, 16 februari 2021
