De werknemer is van 1 oktober 2013 tot 1 juli 2019 in dienst als salesmanager.
Op 1 juli 2019 zegt de werknemer zelf dit dienstverband op. Hij treedt in dienst bij een andere werkgever.
Ruim 3 maanden later vraagt de werknemer of hij terug kan komen bij zijn oude werkgever. De werkgever vindt dat prima.
De werknemer komt terug.
Vanaf 14 oktober 2019 gaat hij weer aan het werk. Niet als salesmanager, maar als ordermanager. Kennelijk niet naar tevredenheid. Want bijna een jaar later, vraagt de werkgever aan de Kantonrechter om het dienstverband te ontbinden.
In maart 2021 ontbindt de Kantonrechter de arbeidsovereenkomst, en heeft de werknemer recht op een transitievergoeding.
Wettelijk gezien heeft de werknemer recht op een transitievergoeding. Dat is namelijk de hoofdregel bij een ontbinding van een dienstverband op verzoek van de werkgever.
In de ontbindingsprocedure verschillen de werkgever en de werknemer van mening over hoe de transitievergoeding moet worden berekend.
Bij de berekening van de vergoeding tellen salaris & dienstjaren mee. De vraag is; welke jaren tellen mee in deze zaak?
De werknemer vindt dat alle dienstjaren vanaf 1 oktober 2013 meetellen. Volgens hem heeft hij daarom recht op een transitievergoeding van €10.945,45 bruto.
De werkgever meent dat alleen de periode van 14 oktober 2019 tot maart 2021 meetelt. De transitievergoeding is daardoor maar €2.311,55 bruto. Het 1e dienstverband heeft de werknemer namelijk zelf opgezegd, en dan is er geen recht op een transitievergoeding.
De Kantonrechter volgt de werkgever: “Het is onredelijk de werkgever financieel ’te straffen’ omdat hij de werknemer weer in dienst nam nadat de werknemer zelf had opgezegd.”
Het is niet redelijk als de werkgever moet betalen over dienstjaren die de werknemer zelf opzegde. Bovendien ging de werknemer bewust zelf uit dienst in juli 2019 omdat hij ander werk had, aldus de Kantonrechter.
Voor de praktijk is dit een interessante uitspraak.
De Kantonrechter maakt in deze zaak een uitzondering op de rekenmethode van de transitievergoeding. Niet alle dienstjaren telde de rechter mee waardoor de transitievergoeding ruim €8.600,00 lager uitvalt.
Heeft een werknemer in het verleden zelf opgezegd en gaat hij daarna terug naar dezelfde werkgever, dan kan het zijn dat die ‘zelf opgezegde’ jaren niet meetellen voor de hoogte van de transitievergoeding.
De Kantonrechter merkt wel op dat uitzonderingen op de rekenmethode van de transitievergoeding geen regel moeten worden.
Dat betekent dat er bijzondere omstandigheden in een zaak moeten zijn om deze uitzondering toe te kunnen passen.
Heb je hier vragen over, neem contact op. Dan geef ik je antwoorden.
Loods.aanBoord ©
Bron: uitspraak Rechtbank Midden-Nederland, 2 maart 2021